Politie op de fiets

De dag zonder auto dwingt mensen om eens te voelen dat veel van wat we doen zonder auto ook kan, en misschien zelfs prettiger.
De politie van Schaarbeek, en nu van de volledige zone Schaarbeek-ST.Joost-Evere, heeft ook een gelijkaardige conclusie getrokken: voor sommige opdrachten van de politie is de fiets het beste vervoermiddel. Hoe tot dit besluit werd gekomen, vertelt commissaris Cliquart, verantwoordelijke van de gecentraliseerde verkeersdienst, waartoe de huidige heuse brigade politie-te-fiets ook behoort.

C : Het gebeurde allemaal stap voor stap. Een vijftal jaren geleden voerde commissaris Michaux voor het eerst het gebruik van fietsen in, vooral voor de verkeerspolitie, die zo gemakkelijker knelpunten in files en dergelijke kon bereiken. Ook voor de nabijheidspolitie is de fiets ideaal: een agent kan met de fiets zes keer zoveel kilometers per dag afleggen als te voet, maar blijft toch even aanspreekbaar. Met de fiets wordt er ook gepatrouilleerd op plaatsen waar auto’s of moto’s niet komen, bijvoorbeeld in het Josaphatpark. Aanvankelijk werkte de fietspolitie ook mee aan de ‘bike-pooling’, het begeleiden van groepen kinderen van en naar school, maar nu is die taak overgenomen door de stadswachters, omdat de agenten te veel werk hebben.

TiS: Heeft de politie op de fiets even veel autoriteit als ander politiepersoneel?

C: Bij ons zijn de politieagenten die fietsen meestal hulpagenten, die ongewapend zijn en beperkte taken hebben. In Gent en Oostende is dat niet zo, en zijn ook de fietsende agenten gewapend. Op hun terrein hebben de Schaarbeekse agenten te fiets evenveel autoriteit als hun collega’s, of in zekere zin zelfs meer. Mensen aanvaarden gemakkelijker een verkeersboete van deze agenten dan van andere.

TiS: Fietsen in Brussel is niet vanzelfsprekend. Zijn de agenten nog nooit van hun sokken gereden?

C: Nee, wij hebben in al die tijd nog geen enkel ongeval gehad. Onze fietsende agenten zijn wel heel degelijk uitgerust. Ze hebben fietsen van goede kwaliteit, altijd een helm, een speciale jas en speciale schoenen. Van de kwaliteit van hun uitrusting maken we een punt. Onze agenten fietsen twaalf maanden per jaar, ook bij regen en wind. Dankzij die uitrusting kijken ze daar niet tegen op. De voordelen van fietsen zijn ook duidelijk: het is gemakkelijk en proper, je komt op plekken waar je met de auto niet kan geraken, terwijl je toch sneller gaat dan te voet, je merkt ook andere problemen op, zoals bijvoorbeeld het dubbel parkeren. Voor het begeleiden van betogingen en andere manifestaties is de fiets ook heel geschikt, omdat je traag genoeg kan gaan als je de manifestatie gewoon wilt volgen, en snel overal doorheen kan schieten als dat nodig is. Intussen is het zelfs al zo dat ook agenten die niet behoren tot de fietsbrigade soms toch voor de fiets kiezen. Wijkinspecteurs, winkelinspecteurs verkiezen de fiets als ze veel smalle straten moeten aandoen of in buurten moeten zijn waar het moeilijk parkeren is.

TiS: Meldt de fietsbrigade ook knelpunten voor fietsers in het verkeer?

C: Wij zitten wat dat betreft in een voordelige positie. Commissaris Michaux, verantwoordelijke voor de verkeersdirectie, is ook verantwoordelijk voor de verkeersinfrastructuur. Als er projecten voor heraanleg op tafel liggen, heeft hij altijd oog voor het fietsersperspectief. Helaas betekent dat nog niet dat zijn suggesties in het uiteindelijke plan worden opgenomen.

TiS: Welke suggesties kunt u fietsers geven om hun veiligheid te vergroten?

C (in overleg met zijn collega):

Fietsers moeten ook de verkeersregels respecteren. We zien er regelmatig die door het rood licht rijden. Dan vliegen ze ook op de bon. Veilig fietsen is een attitude, die moet worden aangeleerd. Dat is trouwens één van de ideeën achter ‘bike-pooling’: de kinderen aanleren correct te fietsen. De eenrichtingsstraten die voor fietsers in de twee richtingen toegankelijk zijn, vragen ook extra oplettendheid van de fietsers. Auto’s die een parkeerplaats verlaten kunnen de fietsers moeilijk zien. In het algemeen moeten de fietsers heel oplettend zijn, en denken aan hun zichtbaarheid. Fluorescerende vesten zijn vooral ‘s nachts en ‘s winters geen overbodige luxe. Een helm trouwens ook niet.