Uit Kraków, culturele hoofdstad van Europa (red. Jo Govaerts, Wereldbibliotheek, 2000)
(…) Kraków bestond al voor Christus’ geboorte. De oudste geschreven bron die de plaatsnaam vermeldt is het dagboek van een joodse handelsreiziger uit Córdoba, geschreven in 965. Gelegen op de barnsteenroute werd de stad aangedaan door handelaars die van noord naar zuid en van oost naar west trokken en het goudkleurige amber verhandelden dat nog altijd in allerlei winkeltjes te koop wordt aangeboden. De mooiste exemplaren, de grootste, de fijnst bewerkte of die waarin versteende insecten zichtbaar waren, waren bijzonder gegeerd, en belandden in de schatkamers van verre koningen.
De mondelinge overlevering over Kraków gaat nog veel verder terug. Er was een bocht in de Wis?a (Weichsel), waar in een tafelberg een hongerige draak huisde. De held Krak versloeg hem door zijn buik in brand te zetten, zodat het monster zich vervolgens aan het water van de rivier te barsten dronk. Daardoor kwam er een einde aan diens vraatzucht en kon er op die plek een stad tot bloei komen, vrij van drakendreiging. Zijn grot ligt er nu verlaten bij aan de voet van de Wawelberg. Boven op de berg werd de eerste burcht gebouwd. Toen Kraków deel ging uitmaken van de christelijke wereld, kwam daar een kerkje bij. (…)