De aardbeving die zich op 24 februari voordeed in de streek rond Al Hoceima was ook te voelen in Schaarbeek, waarmee het een officiële vriendschapsband heeft. Dat is niet toevallig. Ongeveer de helft van de circa 15.000 Marokkanen in Schaarbeek zijn afkomstig uit het Rifgebied, zoals die kust- en bergstreek wordt genoemd. Dezelfde armoede en uitzichtloosheid die hen hebben gedwongen hun streek te verlaten op zoek naar een beter leven in, bijvoorbeeld, België, hebben ook de impact van de aardbeving verergerd.
De Rif is een risicogebied wat aardbevingen betreft en wie geld heeft, heeft een huis dat beter standhoudt dan de traditionele lemen huizen en dan de huizen gebouwd door malafide bouwpromotoren die de bouwreglementering niet respecteren. Waarom het Rifgebied zo arm is, heeft niet alleen met de geografische omstandigheden te maken, maar ook met bewuste discriminatie van de regio door de centrale overheid van Marokko. "Berbers", werden de bergbewoners genoemd door de Arabische kolonisatoren, "barbaren". Zelf noemen ze zich liever amazighen. Een recentere benaming die ook gebruikt wordt is "riffijnen". In de jaren vijftig werden er plannen gesmeed voor een onafhankelijke republiek, maar daar werd op bevel van de vader van de huidige koning van Marokko korte metten mee gemaakt. Ook in 1984 was er een opstand die door het Marokkaanse leger uiteen werd geschoten. Nu komt datzelfde leger de slachtoffers van de aardbeving te hulp, en de huidige koning Mohammed VI komt ter plaatse zijn medeleven betuigen, ondanks demonstraties tegen het discriminerende beleid dat gevoerd wordt vanuit de hoofdstad Rabat. Meer concrete hulp komt er intussen toegestroomd vanuit alle hoeken van de wereld, waaronder Schaarbeek. De handelaars van de Brabantstraat hebben bijvoorbeeld duizend nieuwe dekens geschonken, waarvan een deel meteen naar Marokko werd getransporteerd met een vliegtuig van het Belgische leger. De burgemeester van Al Hoceima, Mohamed Boudra, is erg blij met alle hulp die wordt geboden, want naast 628 doden, zijn er 15.230 overlevenden die dakloos zijn geworden of niet terug durven keren naar hun huis. Maar tegelijkertijd wijst hij erop dat de streek vooral nood heeft aan hulp op lange termijn, met andere woorden geld om de structurele problemen aan te pakken. Precies dat is waar de gemeente Schaarbeek al enkele jaren mee bezig is.
In het kader van de gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking bestaat er sinds twee jaar een Noord-Zuidpartnerschap tussen Schaarbeek en Al Hoceima. Het initiatief daartoe werd genomen door het kabinet van Tamimount Essaïdi, schepene van sociale integratie, preventie en solidariteit. De twee gemeenten overlegden welke expertise van Schaarbeek aansloot bij de behoeften in Al Hoceima. Zo werd besloten dat het eerste project zich zou toespitsen op afvalbeheer. Te veel afval werd namelijk gewoon in zee gedumpt, wat tot vervuiling leidt, terwijl men de zee en het strand net ook wil gebruiken als troef om toerisme uit te bouwen. Ter aanvulling van de eigen expertise van de gemeente werd ook het Institut Eco-conseil betrokken bij het project. Intussen heeft de gemeentelijke specialist compostering al een uitgebreide cursus gegeven in Al Hoceima, omdat een groot deel van het afval organisch materiaal is. Dat kan gecomposteerd worden en gebruikt als bemesting, iets dat goed van pas komt in het dorre Rifgebied.
Omdat ook werkgelegenheid een belangrijk probleem is in de streek, wordt gedacht over mogelijkheden om in aansluiting op het project rond afvalverwerking. Recyclage van papier vormt al lang een bron van inkomsten voor sommige mensen, maar waarschijnlijk kunnen er nog andere mogelijkheden worden gevonden. In ieder geval zullen de prioriteiten nu eerst even vooral liggen bij het herstel van alle schade door de aardbeving.
Nog enkele uren vóór de aardbeving was de burgemeester van Al Hoceima in Brussel voor een internationaal colloquium, wat tegelijkertijd een gelegenheid vormde voor een officieel bezoek aan Schaarbeek en een verzustering van de twee gemeenten. Wat op dat moment niet kon worden voorspeld, is dat een week later Tamimount Essaïdi al een tegenbezoek zou afleggen om persoonlijk polshoogte te nemen van de situatie in de totaal verwoeste regio.
"Als de hulp maar verder geraakt dan waar de asfaltwegen ophouden", verzucht een buurman die vorig jaar nog een moeilijke reis ondernam naar een bergdorp dat er nu waarschijnlijk niet meer is.
Het reisverslag van Essaïdi bevestigt het probleem van de distributie van hulpgoederen, want alles wat via officiële kanalen Al Hoceima bereikte, bleef op de luchthavens steken bij gebrek aan verdere officiële distributiekanalen en administratieve traagheid. Anderzijds waren er heel wat vrijwilligersorganisaties die veel efficiënter bleken in het bereiken van geïsoleerde bergdorpen. Verschillende burgemeesters van de regio besloten trouwens met deze organisaties samen te werken om zo snel mogelijk hulp te verstrekken.
Nu de eerste noodhulp is verstrekt, blijft de vraag om meer structurele hulp bestaan, zodat gelijkaardige rampen kunnen worden voorkomen. Het eerder aangegane engagement van de gemeente Schaarbeek blijft in ieder geval bestaan.
Informatie:
- Inzamelen van fondsen op de rekening 000-0000025-25 van het Rode Kruis, met de vermelding "steun aan Marokko". Opgezet door het Rode Kruis in samenwerking met de Gemeente Schaarbeek, die verzusterd is met de stad Al Hoceima. Het Rode Kruis werkt ter plaatse samen met de Marokkaanse Rode Halve Maan. De ingezamelde fondsen zullen worden besteed aan de wederopbouw van de getroffen dorpen. Meer informatie op: http://www.rodekruis.be/ en 02/245 82 85 of 02/245 83 48 (Dienst Solidariteit van de Gemeente Schaarbeek).
- Informatie omtrent de solidariteitsinitiatieven van de streek van Al Hoceima: www.wafin.be.
- Een e-mailadres voor boodschappen van steun aan de bevolking van de getroffen steek: alhoceima@schaerbeek.irisnet.be. De boodschappen worden doorgestuurd naar de stad Al Hoceima. Voor verdere informatie: 02/245 82 85 of 02/245 83 48 (Dienst Solidariteit van de Gemeente Schaarbeek).